Maak kennis met onze serie over en met sustainability frontrunners. Doel van de serie is de zichtbaarheid van de voorlopers op het gebied van zero emission en hun aanpak te vergroten en de followers te inspireren. Hoe vullen zij hun rol in? Welke adviezen geven ze?
Vandaag: Gilbert de Raad, Circular Economy Specialist bij waste-to-product organisatie Renewi. Gilbert is opgegroeid in Assen en is zijn carrière gestart in Marketing en Sale bij Van Melle (snoepjes) en Beckers (frikandellen en kroketten). Op een gegeven moment kwam hij tot de conclusie dat dit niet meer werkte:” Ik heb iedereen volgestopt met frikandellen en snoep, dat moet anders!” Na zijn werk bij DeWalt (Black & Decker) als Group Product Manager en Trade Marketeer en zijn werk in de energietransitie bij Delta is hij in 2014 gestart bij Renewi om daar te werken aan de premisse van de circulaire economie: afval bestaat niet.
De ambitie van Renewi is om binnen 5 jaar van 64,7% naar 75% recycling te gaan. Dat betekent dat we jaarlijks 1,2 ton extra secundaire grondstoffen gaan produceren. En dat is goed voor de aarde, want die grondstoffen hoeven niet meer gewonnen te worden. In dit interview vertelt Gilbert over zijn ervaringen binnen Renewi. Tipje van de sluier: Hij krijgt veel energie van de positieve en creatieve input van alle collega’s binnen Renewi. Zo vindt hij het bijvoorbeeld geweldig om alle ideeën over duurzaamheid van Renewi’s chauffeurs aan te horen tijdens de Code95 Chauffeursdagen.
Hoe krijgt Gilbert Renewi de duurzame kant op? We stelden Gilbert een aantal persoonlijke vragen.
Welk advies geef je aan organisaties die de eigen duurzaamheid naar een hoger niveau willen tillen?
“Ga er gewoon mee aan de slag en neem niet meteen te veel hooi op je vork. Je kan meteen aan een circulair gebouw denken, maar je kan ook klein beginnen met bijvoorbeeld het gebruik gaan maken van circulair printpapier. Begin met het laaghangende fruit. Als je een aantal keren zo’n kleine stap hebt gezet en het succes hebt gevierd, kun je vanzelf naar de grotere dingen toewerken”.
Een mooi voorbeeld hiervan is dat Renewi folie ophaalde bij klanten en daar weer nieuwe foliezakken van is gaan maken. Het is een relatief eenvoudige kringloop om te sluiten, wat resulteerde voor een snel eerste succes. En dat inspireert en motiveert! Een volgende stap was het verlengen van de levensduur van rolcontainers. Eerst repareren als ze kapot zijn. Als dit niet meer kan, dan worden de containers vermalen en het maalgoed geleverd aan de producent van de rolcontainers, die er volgens weer nieuwe rolcontainers van maakt. Zo wordt de materiaalkringloop gesloten van Renewi’s eigen containers.
Een ander voorbeeld dat Gilbert noemt is het circulair maken van bedrijfskleding, een lastig traject dat veel uitdagingen kent. “Als we dat ons eerste project was geweest dan was het mislukt. Gelukkig zorgden de eerdere successen ervoor dat we het vertrouwen hadden dat dit ook zou gaan lukken. Mijn advies: klein beginnen, successen vieren en dan opschalen. Daarnaast heb je mensen nodig die intrinsiek gemotiveerd zijn om de verandering door te maken”
Welk advies geef je aan volgende generatie duurzaamheids-managers?
“Je hebt niet altijd de keuze. Soms heb je een rol of situatie waarin het aanpoten is. Je moet dan bijvoorbeeld heel veel uren maken om het werk gedaan te krijgen. Zoek dan naar een situatie waarin je je toch gelukkig kan voelen. Als je tijdelijk je energie niet uit je werk kan halen, probeer dan extra aandacht te besteden aan je privéleven. Dat is waar je onderaan de streep toch het ware geluk uithaalt. Zo behoud je wel je energie om de rol vol te houden. Ik noem het, het zoeken naar duurzaam geluk”.
Welk advies geef je aan je jongere zelf? Wat zou je anders doen?
Probeer het soms met minder te doen. Meer is niet altijd beter. Van meer spullen word je niet gelukkiger. Het jaar tijdens mijn sabbatical in Frankrijk was hét moment dat mij duidelijk maakte dat werken aan, en tevreden zijn met jezelf een groot goed is. Een gezonde work-life balans is belangrijk. Je hebt tijd nodig in je hoofd om creatief te kunnen zijn, om soms anders naar dingen te kunnen kijken”.
In het begin van mijn carrière wilde ik altijd meer: van junior productmanager naar senior productmanager naar brandmanager naar leidinggevende. Je wilt steeds meer, dat is je geleerd en zo zit de maatschappij in elkaar. Zo ben ik ook opgeleid op school: verkopen, verkopen, verkopen. In de marketingboeken vind je niet dat het verkopen van je producten zoals snoepjes en frikandellen ook kan leiden tot obesitas en slechte tanden. Het lineaire denken staat daar centraal. Nu zit ik in een specialistische functie. Dit is mijn plafond en ik heb er compleet vrede mee. Ik kan gewoon puur bezig zijn met de inhoud en van daaruit mensen raken.
Wat zijn je dagelijkse mantra’s? Wat zou je je collega-duurzaamheidsmanagers aanraden?
“Die work-life balans waar ik het over had, is erg belangrijk voor mij. Ik loop ‘s avonds m’n groentetuin in en ben dan alleen met mijn tomatenplantjes, kippen en eitjes bezig. Door bezig te zijn met aardse dingen maak ik mijn hoofd leeg. Hierdoor krijg ik energie en blijf ik positief.
Als je positiviteit uitstraalt, dan krijg je dat terug. Van chagrijnig kijken is nog nooit iemand aardig geworden en aardig zijn is gratis. Daarnaast vind ik het belangrijk om ieder succesje te vieren. Het hoeft niet perfect te zijn. Dit soort dingen krijg ik veel energie van. Zo krijg ik dingen voor elkaar.”