Je moet niet minder slecht worden, je moet kijken wat je toe kunt voegen

Futureproof Sustainability Frontrunners - a series

Maak kennis met onze zomerserie over en met sustainability frontrunners. Doel van de serie is de zichtbaarheid van de voorlopers op het gebied van zero emission en hun aanpak te vergroten en de followers te inspireren. Hoe vullen zij hun rol in? Welke adviezen geven ze?

Vandaag: Willem Ferwerda, founder en CEO van Commonland. Opgeleid tot tropisch ecoloog begint Willem zijn loopbaan met het organiseren van expedities en actieve natuurreizen, tot hij zich in 1995 aansluit bij de International Union for Conservation of Nature, waar hij zich eerst actief inzet voor het behoud van tropische regenwoud en daarna zijn scope vergroot naar biodiversiteitsbehoud wereldwijd.  

Tien jaar later lanceert Willem het platform ‘Leaders for Nature’ samen met McKinsey en Egon Zehnder om het belang van biodiversiteit bij zowel bedrijven als overheden op de agenda te krijgen, waarmee hij meer dan 80 CEO’s en young professionals van multinationals (zoals Shell, DSM en Unilever) om de tafel krijgt. In deze periode werkt Willem ook het model uit dat zich in zijn gedachten al jaren aan het concretiseren was (IUCN publicatie). Samen met ondernemers, investeerders, experts en boeren startte hij in 2013 het initiatief Commonland: gebundelde krachten die samen werken aan regenereren van de biodiversiteit, en zo vier opbrengsten realiseren: inspiration, social capital, natural capital en financial capital. Na zeven jaar experimenteren krijgt Willem langzaam grip op het proces, en is hij overtuigd van de impact die Commonland kan maken. Dus wordt het tijd zijn verhaal te gaan delen, om beleidsmakers en ondernemers te inspireren.  

Hoe is het Willem gelukt om biodiversiteit op de agenda te krijgen bij overheden, multinationals en boeren? We stellen Willem vier persoonlijke vragen.

Wat adviseer je organisaties die starten met sustainability?

“Het begint met een divers team”, opent Willem stellig. Overtuigd dat diverse teams een probleem beter kunnen begrijpen en oplossen, heeft hij vanaf de oprichting samengewerkt met wetenschappers, investeerders, en globale en lokale experts. “Juist door met een lokale boer te gaan praten, merk je waar de gedeelde doelen zitten. En die liggen echt niet zo ver uit elkaar als mensen denken”. De kern is wel dat iedereen moet leren begrijpen wat ecologie inhoudt. Dat kost wat tijd.

Als organisatie moet je vervolgens gaan bepalen waar je impact kunt maken. “Focus op één of twee onderwerpen. Kijk waar jouw impact zit, en focus. Want uiteindelijk moet je dat gaan beschouwen als het belangrijkste doel van je onderneming. Niet het geld verdienen. Bind de juiste mensen aan je en begin, zonder scrupules.” Tegelijkertijd erkent Willem ook dit gesprek nog met weinig aandeelhouders te voeren is: “Je moet het gesprek aan kunnen gaan over maximale degradatie per hectare versus je winst. Zo lang het alleen over het laatste gaat, wil ik het gesprek nog niet voeren met aandeelhouders.” Toch merkt ook hij een kentering die zich afgelopen decennium heeft ingezet. Sustainability komt op de agenda van multinationals, en van de overheid. “Mensen moeten een transformatieproces doormaken van silo-oplossingen naar een holistische aanpak, daar moeten we mee om kunnen gaan om op de lange termijn succes te behalen. We hoeven niet minder te eten, we mogen anders eten. We hoeven niet anders te reizen, we mogen anders reizen. We moeten laten inzien waarom die verandering nodig is, en dat het regenereren van de mondiale biodiversiteit echt het verschil maakt.”  

“Het interesseert mij niet of wij als sustainability frontrunner worden gezien, ik wil gewoon zo goed mogelijk doen wat wij kunnen doen.”

Een gebrek aan middelen ligt het volgens Willem niet aan: “Institutionele beleggers zoeken wel groene investeringen, maar verkleining van een negatieve impact wordt tegenwoordig al ‘duurzaam’ genoemd. Je moet niet minder slecht worden, je moet kijken wat je toe kunt voegen, hoe je positieve impact kan maken. Daar zit de schaarste voor investeerders.”  

Wat adviseer je de volgende generatie sustainability managers?

Allereerst moet het holistisch denken centraal komen te staan en daarmee de link tussen mens en natuur weer gerepareerd worden, meent Willem. “Veel mensen en ik kom dat met name tegen in de maakbaarheidssector van tech, media en finance zijn disconnected, en die link moet hersteld worden voordat je het gesprek aan kunt gaan.” Zo noemt hij het voorbeeld van een drone die ontwikkeld is om bomen te planten, waarbij vergeten wordt dat een boom planten niet de uitdaging is: “een zaadje planten is makkelijk, een boom honderd jaar in een bos laten opgroeien is pas echt lastig, dan gaat het om beheer”.  

Dat betekent ook dat er een einde moet komen aan de eeuwige versnelling en kapitalisering: “Boeren worden gedwongen om mee te gaan in de rat race, waarbij alle natuurprincipes vergeten worden. Dan kun je blijven groeien, maar op een gegeven moment loop je tegen jezelf aan.” Pas wanneer we met elkaar doorhebben dat biodiversiteitsverlies de grootste crisis voor de mensheid is, zullen we dat kunnen doorbreken, waarschuwt Willem zowel de huidige als de toekomstige generatie.  

“We lijken te leven op een planeet waarin chaos regeert, maar dit is een oppervlakkige laag. Daaronder ligt een heel goed georganiseerd systeem, daar put je inspiratie uit. Ik ben optimistisch over dit georganiseerde systeem en de natuurlijke veerkracht die hierin ligt. Als wij daarvan leren en daarna gaan leven, kunnen we veel resultaat boeken op de lange termijn en niet hijgend naar het eind van elk kwartaal toewerken.”  

Nogmaals benadrukt Willem het belang van diversiteit en samenwerking om tot echte systeemveranderingen te komen, ook in toekomstige generaties: “De kernkwaliteit van een duurzaamheidsmanager is voldoende kennis in huis hebben om anderen aan je te kunnen binden. Wederzijds opzoeken van samenwerking. Je kunt wel geïsoleerd je eigen product groener maken (wat al heel goed is natuurlijk), maar duurzaamheid zit op meerdere niveaus eerst in jezelf en dan naar buiten, want het is een systeemverandering.” Vanuit die eigen expertise kun je die verbinding gaan opzoeken.  

Wat adviseer je jongere zelf?  

“Toen ik afstudeerde werd ik niet gehoord in de ‘serieuze’ wereld van business. En nu ineens wordt het hot.” Sinds de klimaatakkoorden van Parijs, waarin naast windmolens ook voor het eerst concreet over ecologie en bossen werd gepraat, merkt Willem een ommezwaai. “Natuurbescherming leek lang een rijkeluishobby te zijn, het redden van de aarde was een goed doel voor mensen met een gevulde maag, in plaats van een bittere noodzaak voor de mensheid.” Op een gegeven moment is een aantal grote organisaties het essentiële belang van biodiversiteit gaan inzien, en worden ecologen ineens uitgenodigd bij bedrijven en overheden, “maar dat is heel lang anders geweest.”

Tot drie keer toe heeft Willem aan het roer gestaan om startups te laten uitgroeien tot impactvolle organisaties. Terugkijkend heeft hij soms te lang gewacht om er tijdig uit te stappen. “Als je het voelt, dat je ergens klaar mee bent, moet je actie ondernemen. Zo heb ik op gegeven moment ook mijn baan opgezegd, en ik heb dat gedurfd omdat ik er vertrouwen in had, ik geloofde in mijn aanpak. Maar daar moet je er daarna wel vol voor gaan.”

Wat zijn je daily mantra’s?

“Doorvoel de natuur echt. Ook als je in de stad woont: doe er iets mee. Kijk naar je tuin, je balkon, het park, het bos. De afleiding in de stad is groter en dus kunnen stadsmensen makkelijker de verbinding verliezen. Ik herken dit als Amsterdammer die in de stad is opgegroeid, maar als kind al zocht naar de groene randen van de stad. Die natuur verbindt mij met mijn spiritualiteit. Het is belangrijk als mens spiritueel bezig te zijn en je een eigen manier daar in te vinden. Het is voor iedereen fijner om zo in het leven te staan, daar vind je verbinding met alles om je heen en dus ook met duurzaamheid. Als je dat onvoldoende aandacht geeft, loop je tegen grenzen aan. Dit zie je ook in de economie; daar wordt vergeten dat de economie in dienst moet staan van de natuur, in plaats van andersom.”  

Als afsluiter noemt Willem: “Competitie is goed op ‘productniveau’, zodra het om gemeenschapszaken gaat als natuur, water, klimaat, zorg en onderwijs, is een duurzame toekomst met eerlijker verdeling juist gebaat bij samenwerking. Werk samen, zoek elkaar op, versterk elkaar”.  

Met deze serie willen we als nlmtd.com sustainability rolmodellen in de spotlight zetten; welke personen geven leiding en inhoud aan de sustainability ambitie binnen organisaties (wie zijn dat en hoe doen ze dat, in welke mate verschillen ze van elkaar, en wat is de reden daarvoor). Ben of ken je een sustainability leader die niet mag ontbreken? Neem contact op met ons: jasper@nlmtd.com of: laetitia@nlmtd.com.

Meer inspiratie

Start vandaag nog met werken aan morgen.

TOP