Tot 1543 ging vrijwel iedereen ervan uit dat de aarde in het middelpunt van ons zonnestelsel stond en dat de zon en andere planeten daar omheen draaiden. Maar in dat jaar durfde Nicolaas Copernicus , vlak voor zijn dood, eindelijk zijn boek uit te brengen waarin dit geocentrische wereldbeeld werd vervangen door een heliocentrische theorie: de zon stond centraal. Door de kerk en andere wetenschappers werd dit beeld vurig afgewezen en pas in 1609 kwam Galileo Galilei met bewijzen op basis van waarnemingen. Iets vergelijkbaars overkwam Alfred Wegener, die in 1915 zijn theorie van continentverschuiving publiceerde: alle landmassa’s zouden ooit aan elkaar vast hebben gezeten en het supercontinent Pangea hebben gevormd. Wegener werd verguisd en pas zo’n zestig jaar later zag men in dat hij gelijk had. En halverwege de negentiende eeuw duurde het ruim vijftig jaar voordat Ignaz Semmelweis’ idee werd geaccepteerd dat medici hun instrumenten en handen voorafgaand aan een operatie dienden te reinigen om infecties bij patiënten te voorkomen.[i]
Het zijn alle drie voorbeelden van een fenomeen dat door wetenschapsfilosoof Kuhn ‘paradigma verschuiving’ wordt genoemd: aanhangers van een bepaalde zienswijze blijven deze net zo lang verdedigen totdat het echt niet meer houdbaar is.[ii] Ditzelfde zie je terug bij het voorspellen van de toekomst: we blijven te lang vasthouden aan een visie op hoe de wereld in elkaar steekt en baseren hierop onze conclusies – denk bijvoorbeeld aan thema’s als duurzaamheid, energie en klimaat. En het feit dat je in een bepaalde ‘denkstand’ staat, beseft vrijwel iedereen helaas pas achteraf. (Het was dus niet zo dat op een ochtend in het jaar 500 mensen rustig op een bankje op het dorpsplein gingen zitten omdat hun burgemeester zojuist officieel de start van de Middeleeuwen had afgekondigd en hen had gevraagd om de komende duizend jaar maar even niets bijzonders te ondernemen.)
Bevestiging zoeken
Al het bovenstaande betreft een bijzondere verschijningsvorm van de confirmation bias. Dat kun je zien als twee cirkels die deels overlappen. De ene cirkel bevat al jouw bestaande kennis en meningen. En de andere cirkel bevat alle beschikbare informatie over een bepaald onderwerp. Jouw brein accepteert uit die informatie alleen datgene wat overeenkomt met jouw opvattingen, dus waar de cirkels overlappen. De rest wordt genegeerd of verworpen.
Onbewust zorgt jouw brein er dus voor dat je niet open staat voor alternatieve scenario’s die zich in de toekomst kunnen ontvouwen. En daardoor kun je de plank behoorlijk mis slaan. Maar het is lastig om je ongelijk toe te geven. Het devies is dus om altijd kritisch te zijn op je eigen denken en dat van anderen, door nieuwsgierig te blijven en je eigen onderzoek naar de feiten te doen. En als je denkbeelden wilt gaan verkondigen die afwijken van wat mainstream is, wees dan voorbereid op veel weerstand.
Dat laatste kan je veel stress opleveren. En daarom reik ik je ter ontspanning alvast een nieuwe, gratis hobby aan: skeuomorf-safari.
Skeuomof
Niet alleen denkbeelden blijven vaak voorbij hun houdbaarheidsdatum in gebruik. Ook reeds lang achterhaalde producten of concepten worden door ontwerpers heel bewust nog gebruikt in het heden om mensen niet te abrupt naar iets nieuws over te laten stappen. Zo’n ontwerp noem je een skeuomorf (dit komt uit het oud-Grieks, skeuos betekent houder en morfe betekent vorm): iets dat functioneel lijkt omdat het de vertrouwde verschijningsvorm heeft van iets dat we kennen uit het verleden. Oftewel, een archaïsch idee over hoe iets er uit zou moeten zien, zeg maar een erfvorm of restantvorm.
Zo ziet het symbool voor films in iTunes er voor mijn zoons uit als een stapelbed (het woord film is zelf trouwens ook bijna achterhaald omdat foto’s en bewegende beelden nauwelijks nog op celluloid worden gemaakt maar digitaal). Ook de term paardenkracht voelt voor mij altijd wat vreemd als je het bijvoorbeeld hebt over een Tesla (waarvan de spoorbreedte trouwens nog steeds overeenkomt met de Romeinse strijdwagens van twee millennia geleden). En als ik mijn zoons een 3.5 inch floppy diskette zou laten zien dan denken ze waarschijnlijk dat ik het ‘Save’-symbool van Microsoft Word heb laten 3D-printen.13 Zo zijn er nog veel meer voorbeelden: bladeren in een e-reader alsof het een papieren boek is; de agenda op je computer of telefoon die nog steeds lijkt op papieren kalenders van vroeger; analoog uitziende metertjes op een digitaal dashboard; een loep als knop bij een digitale zoekfunctie; het sluitergeluid van een digitale camera; de hendel aan de zijkant van een digitale gokautomaat, vroeger bedoeld om een fysiek mechanisme in gang te zetten; knopen aan de mouwen van en de nepzakken op een colbert; gespen op schoenen die niet meer dienen als sluiting maar puur decoratief zijn; de klinknagels op je spijkerbroek; de zilveren en/of gouden kleur van muntgeld.
Veel succes met het vinden van alle skeuomorfs!
[i] Bryson, B. (2010). Een huis vol. Atlas.
[ii] Kuhn, T. (1962). De structuur van wetenschappelijke revoluties. Boom.